Net voor de uitbraak van het coronavirus was Bursar Society al druk aan het bloggen over de werkdrukverlaging in het primair onderwijs. Inmiddels zijn tijden veranderd en heeft het coronavirus de wereld op zijn kop gezet, inclusief het basisonderwijs. Wat betekent dit voor de pressie omtrent werk?
Onder druk
Los van het coronavirus staat het onderwijssysteem in ons land staat al minstens vijftien jaar onder spanning. Uit een onderzoeksrapport dat begin deze eeuw uitkwam werd geconcludeerd dat de werkdruk voor leerkrachten in basisonderwijs en docenten op middelbaar niveau tot de hoogste van Europa behoort (Houtman et al., 2006). In de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden uit 2018 staat bovendien dat 64,1% van de respondenten in het onderwijs aangeeft dat er meer Arbo-maatregelen nodig zijn om werkstress tegen te gaan.
Opvallend genoeg zou de werkdruk in het PO hoger zijn dan in het VO, aldus Antoniou et al. (2013), wat zou komen doordat basisschoolleerkrachten minder effectieve mogelijkheden hebben om om te gaan met werkdruk. Leerkrachten in het PO zouden vooral veel druk ervaren door onzekerheid of conflicten over de eigen rol of taakopvatting (Riezebos et al., 2018: p. 5). Met het oog op de stakingen in 2017, december 2019 en januari dit jaar kan niet worden gesteld dat het minder is geworden. Docenten pleitten voor een hoger salaris en minder werkdruk. Dit artikel betreft het laatste: wat kan er gedaan worden om werkstress te verminderen en welke rol speelt de COVID-19-uitbraak hier mogelijk bij?
Werkdruk in het buitenland
Nederland is niet het enige land dat kampt met hoge druk in het onderwijs. Ook onze zuiderburen hebben hiermee te maken (lees hier meer). Lieven Boeve, directeur-generaal van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, ziet het aannemen van onderwijsassistenten als oplossing (lees het hier). Nog zuidelijker, in Frankrijk om precies te zijn, is overmatige stress op het werk ook aanwezig. Vooral starters zouden hier kwetsbaar voor zijn (Carton & Fruchart, 2013). Concrete, ingrijpende plannen lijken nog niet tot uitvoer gebracht nu Franse docenten zich bij de Gele Hesjes-beweging hebben aangesloten. Voor maatregelen kan beter naar België gekeken worden. Duitsland onderneemt ook actie; toen na een grootschalig onderzoek vier op de tien Duitse leerkrachten in het PO zich “moe en uitgeput” noemden (DAK, 2017) is een gratis gezondheidsprogramma, fit4future, opgezet.
Corona en werkdruk
De uitbraak van COVID-19 werkt in ieder geval nu – in het heetst van de strijd – niet mee. Corona heeft de werkdruk verder (“veel meer”) laten oplopen, wijst onderzoek van de Algemene Onderwijsbond onder docenten in álle sectoren aan. Oorzaken hiervan zijn dat door thuisonderwijs de scheiding tussen werk en privé is vervaagd. Dit geldt al helemaal voor docenten met kinderen die naar school gaan.
Oplossingen
Roeien met beschikbare riemen – plan van aanpak
In het proefschrift van TNO-medewerker Roos Schelvis worden maatregelen om werkstress voor docenten tegen te gaan onderscheiden op twee niveaus: individueel en vanuit de school. Helaas kon haar onderzoek niet volgens plan worden voltooid doordat één van de scholen deelname aan het onderzoek staakte. De belangrijkste aanbeveling uit haar rapport luidt dan ook “om een primaire, preventieve, organisatorische interventie te beschouwen als een organisatorische verandering en die ook als zodanig te managen”. Dat kan gedaan worden door “een grondige voorbereidingsfase uit te voeren om betrokkenheid te waarborgen” en onderzocht worden wat voor docenten het beste werkt als ze meedoen aan de verandering (Schelvis, 2017: p. 228). Ter voorbereiding is het Value Stream Maps-model om stress-aanstichters boven tafel te krijgen volgens Riezebos et al. (2018) een hele goede eerste stap. De volledige methode in het onderzoeksrapport is hier te vinden.
Minder lesuren
In het noodplan voor basisscholen dat eind januari dit jaar werd gepresenteerd werd als acute noodmaatregel ook de vierdaagse schoolweek gepresenteerd. Een oplossing die stuit op weerstand, maar Amerikaans onderzoek toonde aan dat de rekenprestaties van kinderen op scholen in de VS die dit invoerden erop vooruit gingen (Anderson & Walker, 2015). Ook in PISA-onderzoek (hier te vinden) is aangetoond dat prestaties van leerlingen in Europa überhaupt niet gecorreleerd zijn aan aantal lesuren. Deze mogelijkheid zonder pardon aan de kant schuiven is niet op zijn plaats.
Gepensioneerden voor de klas
In uiterste nood is het ’toegestaan’ om te werken met onbevoegden voor de klas. Rina den Besten, voorzitter van de PO-raad verklaarde september vorig jaar dat dit te verkiezen is boven “eigen creatieve oplossingen”, omdat gevolgen dan “onherroepelijk groter” zouden zijn. Schoolbesturen in Amsterdam zijn bereid hiermee te experimenteren door lessen wekelijks door gastdocenten uit de culturele sector of het sportwezen te laten geven. Rotterdam zou dat incidenteel willen doen. Stichting Leergaloos in Utrecht heeft concrete stappen gezet in deze richting door een schakel te zijn tussen ouderen die vrijwillig aan de slag willen in het onderwijs, wat een succes blijkt (lees het hier). Interessant is ook nu in hoeverre oud-leerkrachten of net-gepensioneerden bijspringen tijdens de coronacrisis en hoe blijvend deze bijspringers zijn voor ons onderwijssysteem.
Digitalisering
De mogelijkheden van moderne technologieën worden ook verkend. In eerdergenoemd onderzoeksrapport van de rijksuniversiteit Groningen (2018: p. 27) wordt echter geringe beschikbaarheid van voldoende hardware (tablets, PC’s, digiborden, kopieerapparaten en dergelijke) genoemd. Verder wordt opgemerkt dat de nadruk bij investeringen in ICT vaak ligt op de initiële fase maar minder op de gebruiksfase en onderhoud. Dit vertaalt zich vaak naar extra taken die op het bord van de docent terecht komen waardoor digitalisering ook een veroorzaker wordt van werkdruk. “Het verdient aanbeveling om [hieraan] meer aandacht te geven”, aldus het rapport. Het beheer is inderdaad minstens zo belangrijk als de implementatie. Hoe de digitalisatie beheert zal worden na de razendsnelle implementatie op veel plaatsen door corona zou tekenend kunnen zijn voor de mate waarin dit zorgt voor de ervaring van een verhoogde of verlaagde werkdruk.
Tekorten
Volgens Arbeidsmarktplatform Primair Onderwijs (APO) echter is er landelijk een tekort van 1700 voltijdbanen in het primair onderwijs. Als hier niet snel iets aan wordt gedaan – aldus het platform – zal dit oplopen tot 4800 fte in 2024, omdat huidige leerkrachten met pensioen gaan maar er niet minder leerlingen zullen zijn. De afwezigheid van die ‘andere leerkrachten’ schittert dus als de kern van het probleem. Een onderwijsbevoegdheid is niet in trek, onder andere wegens gebrek aan carrièrekansen (lees het hier). Een traineeship als ‘Trainees in onderwijs’ neemt dit deels weg door hun trainees de kans te geven als innovators van onderwijs op te treden. Een andere reden om niet voor docentschap te kiezen is voor sommige jongeren onderwaardering. Op bestuursniveau is hieraan gehoor gegeven met de reclamecampagne ‘De baan van het leven’. Een positieve kant van de COVID-19-uitbraak is de lijst met vitale beroepen: dit onderschrijft nogmaals hoe belangrijk leerkrachten zijn binnen onze maatschappij.
De COVID-19-uitbraak zorgt dan ook voor een berg vragen én kansen ook voor de werkdruk en het lerarentekort. Zouden ouders leerkrachten nog meer waarderen? Zouden ze zichzelf eerder omscholen – wellicht doordat ze zelf in aanraking zijn gekomen met het vak? Voelen leerkrachten zich meer dan anders verbonden met hun vak tijdens de crisis? Trekt online onderwijs een nieuwe groep potentiële leerkrachten aan? Zouden leerlingen na de uitbraak eerder voor de PABO kiezen? Zorgt de bemoeilijkte zorg voor zorgleerlingen voor extra druk, machteloosheid en een verminderd gevoel van goed-doen óf kunnen we hier met elkaar wat voor verzinnen? Hoe houden we het vak een ‘vitaal beroep’ in de volksmond, een graag beoefend vak, ook na het uitdoven van de crisis?
Conclusie
De oplossing voor het verlagen van de werkdruk biedt zich niet concreet aan en ook van de hierboven genoemde maatregelen is niet duidelijk wat ze voor invloed hebben op onderwijskwaliteit. Deze mag in de toekomst natuurlijk ook niet in het geding komen. De werkdruk in het PO is een veelkoppig monster dat niet met één aanpak te lijf kan worden gegaan.
Welke invloed denk jij dat de virusuitbraak heeft op de werkdruk van leerkrachten? Hoe zou de huidige situatie bij kunnen dragen aan een lagere werkdruk? Welke vragen roept dit bij jou op? Waar zie jij kansen? Laat het weten in de commentaarsectie.
Verwijzingen
– Anderson, M. & Walker, M. (2015). Does Shortening the School Week Impact Student Performance? Evidence from the Four-Day School Week. Education Finance and Policy, 10 (3), pp. 314-349.
– Antoniou, Alexander-Stamatios and Ploumpi, Aikater (2013) Occupational stress and professional burnout in teachers of primary and secondary education: The role of coping strategies, Psychology, 4 (3A), pp. 349-355.
– Carton, A. & Fruchart, E. (2013). Sources of stress, coping strategies, emotional experience: effects of the level of experience in primary school teachers in France, Educational Review, 66 (2), pp. 245-262.
– DAK (2017). 40 Prozent der Grundschullehrer sind müde und erschöpft, https://www.dak.de/dak/bundesthemen/40-prozent-der-grundschullehrer-sind-muede- und-erschoepft-2116126.html.
– Riezebos et al. (20-18). Werkdruk in primair onderwijs. Onderzoeksrapport Rijksuniversiteit Groningen.
– Schelvis, R. (2018). De nieuwe factor: werkstress verminderen in het onderwijs. Tijdschrift voor Human Factors, 3 (43), pp. 24-26.
– Stauffer et al. (2013). Addressing Elementary School Teachers’ Professional Stressors, Educational Administration Quarterly, 49 (5), pp. 809-837.
Geef een reactie